1 Indien het bureau van oordeel is, dat het geheim blijven van de inhoud van een octrooiaanvrage in het belang van de verdediging van het Koninkrijk of zijn bondgenoten kan zijn, maakt het dit zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen drie maanden na de indiening van de aanvrage bekend. Onze Minister van Defensie kan ten aanzien van de beoordeling van de vraag, of zodanig belang aanwezig kan zijn, aanwijzingen geven aan het bureau.
2 Tegelijk met de bekendmaking als bedoeld in het eerste lid zendt het bureau afschrift van het besluit en van de tot de aanvrage behorende beschrijving en tekeningen aan Onze genoemde minister.
3 Ingeval het eerste lid toepassing vindt, wordt de inschrijving in het octrooiregister van de aanvrage opgeschort.
Oorsponkelijke wettekst:
http://wetten.overheid.nl/BWBR0007118/2014-07-01#Hoofdstuk2_Paragraaf3_Artikel40
http://wetten.overheid.nl/BWBR0007118/2014-07-01#Hoofdstuk2_Paragraaf3_Artikel40
Commentaar
Inhoud
1 Beoordeling door het bureau
2 Besluit
3 Doorzending besluit en aanvrage aan de minister van defensie
1 Beoordeling door het bureau
Deze bepaling geeft aan dat het bureau bij ontvangst van een (in beginsel dus elke) octrooiaanvrage, dient te beoordelen of er sprake kan zijn van een aanvrage waarvan de inhoud in het belang van het Koninkrijk of zijn bondgenoten geheim dient te blijven. De minister van defensie kan het bureau daarbij behulpzaam zi...