1 Indien voor een uit hoofde van deze rijkswet verleend octrooi de voorrang is ingeroepen van een eerder uit hoofde van deze rijkswet ingediende octrooiaanvrage, heeft het op genoemde aanvrage verleende octrooi geen rechtsgevolgen, voor zover het betrekking heeft op dezelfde uitvinding als eerstgenoemd octrooi.
2 Vorderingen ter vaststelling van het ontbreken van rechtsgevolg als bedoeld in het eerste lid kunnen door een ieder worden ingesteld.
3 Artikel 75, vierde lid, achtste lid, eerste volzin, en negende lid, is van overeenkomstige toepassing.
Oorsponkelijke wettekst:
http://wetten.overheid.nl/BWBR0007118/2014-07-01#Hoofdstuk1_Artikel10
http://wetten.overheid.nl/BWBR0007118/2014-07-01#Hoofdstuk1_Artikel10
Commentaar
Inhoud
1 Algemeen
2 Vergelijking met artikel 77 ROW 1995
3 Omvang van de verloren rechtsgevolgen (lid 1)
1 Algemeen
Het doel van dit artikel is om een vorm van dubbele octrooiering te voorkomen. Het artikel ziet op het geval waarin uit hoofde van de Rijksoctrooiwet zowel octrooi is verleend op een latere aanvrage als op een eerdere aanvrage waarvan daarvoor het recht van voorrang werd ingeroepen. Het artikel heeft een voorbeeld in artikel 77 van de Rijks...