artikel 5 WNR - mr. G.J.H.M. Mom (archief)

De uitvoerende kunstenaar heeft, zelfs nadat hij zijn in artikel 2 bedoelde recht heeft overgedragen: 

a. het recht zich te verzetten tegen de openbaarmaking van de uitvoering zonder vermelding van zijn naam of andere aanduiding als uitvoerende kunstenaar tenzij het verzet zou zijn in strijd met de redelijkheid;

b. het recht zich te verzetten tegen de openbaarmaking van de uitvoering onder een andere naam dan de zijne, alsmede tegen het aanbrengen van enige wijziging in de wijze waarop hij is aangeduid, voorzover deze naam of aanduiding in verband met de uitvoering is vermeld of openbaar is gemaakt;

c. het recht zich te verzetten tegen elke andere wijziging in de uitvoering, tenzij deze wijziging van zodanige aard is dat het verzet in strijd zou zijn met de redelijkheid;

d. het recht zich te verzetten tegen elke misvorming, verminking of andere aantasting van de uitvoering, die nadeel zou kunnen toebrengen aan de eer of de naam van de uitvoerende kunstenaar of aan zijn waarde in deze hoedanigheid.

De in het voorgaande lid genoemde rechten komen na het overlijden van de uitvoerende kunstenaar tot aan het vervallen van zijn in artikel 2 bedoelde recht toe aan de door hem bij uiterste wilsbeschikking aangewezene.

Van de in het eerste lid onder a-c genoemde rechten kan schriftelijk afstand worden gedaan.

Commentaar

1 Algemeen. 1

2 Naamsvermelding. 3

2.1 Algemeen. 3

2.2 Filmacteurs 3

3 Droit au respect 4

4 Afstand. 5

4.1 Algemeen. 5

4.2 Vermoeden van afstand. 5

5 Morele rechten na de dood. 5

6 Beroep op artikel 6:162 BW.. 6

7 Strafrecht 7

8 Literatuur 7

1 Algemeen

De opsomming in artikel 5 WNR van de aan uitvoerende kunstenaars toekomende persoonlijkheidsrechten is grotendeels ontleend aan artikel 25 van de Auteurswet 1912 (Aw), waarin bepaald wordt ov...