artikel 1 WNR - mevr. mr. G.J. Heevel (archief)

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt verstaan onder:

a. uitvoerende kunstenaar: de toneelspeler, zanger, musicus, danser en iedere andere persoon die een werk van letterkunde of kunst opvoert, zingt, voordraagt of op enige andere wijze uitvoert, alsmede de artiest, die een variété- of circusnummer of een poppenspel uitvoert;

b. opnemen: geluiden, beelden of een combinatie daarvan voor de eerste maal vastleggen op enig voorwerp dat geschikt is om deze te reproduceren of openbaar te maken;

c. fonogram: iedere opname van uitsluitend geluiden van een uitvoering of andere geluiden;

d. producent van fonogrammen: de natuurlijke of rechtspersoon die een fonogram voor de eerste maal vervaardigt of doet vervaardigen;

e. omroeporganisatie: een instelling, die in overeenstemming met de wetgeving van het land waar de uitzending plaatsvindt, programma’s verzorgt en onder haar verantwoordelijkheid uitzendt of doet uitzenden;

f. reproduceren: het vervaardigen van een of meer exemplaren van een opname of van een gedeelte daarvan;

g. uitzenden: het verspreiden van programma’s door middel van een omroepzender als bedoeld in artikel 1, onderdeel o, van de Mediawet of een omroepnetwerk als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel o, van de Telecommunicatiewet;

h. heruitzenden: het door een instelling gelijktijdig uitzenden van een programma dat door een andere instelling of omroeporganisatie wordt uitgezonden;

i. programma: een uitgezonden radio- of televisieprogramma, of -programma-onderdeel;

j. verhuren: het voor een beperkte tijd en tegen een direct of indirect economisch of commercieel voordeel voor gebruik ter beschikking stellen;

k. uitlenen: het voor een beperkte tijd en zonder direct of indirect economisch of commercieel voordeel voor gebruik ter beschikking stellen door voor het publiek toegankelijke instellingen.