Het recht, bedoeld in artikel 2, eerste lid, komt toe aan:
a de producent van de databank of zijn rechtverkrijgende die onderdaan is van of zijn gewone verblijfplaats heeft op het grondgebied van een lidstaat van de Europese Unie of van een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van 2 mei 1992;
b de producent van de databank of zijn rechtverkrijgende die een rechtspersoon is die is opgericht overeenkomstig de wetgeving van een lidstaat van de Europese Unie of van een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van 2 mei 1992 en haar statutaire zetel, hoofdbestuur of hoofdvestiging heeft binnen het grondgebied van een van die staten; indien een dergelijke rechtspersoon echter alleen haar statutaire zetel op het grondgebied van een van die staten heeft, moeten haar werkzaamheden een daadwerkelijke en duurzame band hebben met de economie van die staat;
c de producent van de databank of zijn rechtverkrijgende die een recht kan ontlenen aan een overeenkomst die de Raad van de Europese Unie heeft gesloten met andere landen dan bedoeld onder a of b.
Commentaar
1 Algemeen
2 Jurisprudentie
3 Literatuur
1 Algemeen
Artikel 7 Dw steunt op artikel 11 van de Richtlijn, dat de bescherming van het databankrecht in beginsel beperkt tot producenten binnen de EU/EER. Dat beginsel is neergelegd in artikel 7 sub a en b Dw. Artikel 7 sub a Dw kent het databankenrecht toe aan natuurlijke personen die onderdaan zijn van, of hun gewone verblijfplaats hebben in, een lidstaat van de Europese Unie of de EER. Artikel 7 sub b Dw ziet op rech...