Artikel 36a Aw

Artikel 36a Aw
De opsporingsambtenaren kunnen te allen tijde tot het opsporen van bij deze wet strafbaar gestelde feiten inzage vorderen van alle bescheiden of andere gegevensdragers waarvan inzage voor de vervulling van hun taak redelijkerwijze nodig is, bij hen die in de uitoefening van hun beroep of bedrijf werken van letterkunde, wetenschap of kunst invoeren, doorvoeren, uitvoeren, openbaar maken of verveelvoudigen.

Commentaar

Inhoud

1       Algemeen. 1

2       Door wie?. 1

3       Jegens wie?. 1

4       Literatuur en Kamerstukken. 1

 

1       Algemeen

Het artikel is in zijn huidige vorm in 1989 in de Auteurswet opgenomen. In 1989 constateerde de wetgever dat de zogenaamde piraterij die beroeps- of bedrijfsmatig plaatsvond, bijzonder sterk was gegroeid, terwijl de handhavingsinstrumenten daar niet op afgestemd waren. Als de opsporingsambtenaren inzage wilden hebben in relevante besc...