Bij algemene maatregel van bestuur kunnen in het algemeen belang regelen worden gesteld nopens de uitoefening van het recht van de maker van een werk of zijn rechtverkrijgenden met betrekking tot de openbaarmaking van een werk door uitzending van een radio- of televisieprogramma via radio of televisie, of een ander medium dat eenzelfde functie vervult. De algemene maatregel van bestuur, bedoeld in de eerste volzin, kan bepalen, dat zodanig werk in Nederland mag worden openbaar gemaakt zonder voorafgaande toestemming van de maker of zijn rechtverkrijgenden, indien de uitzending plaats vindt vanuit Nederland dan wel vanuit een staat die geen partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte. Zij die bevoegd zijn een werk zonder voorafgaande toestemming openbaar te maken, zijn desalniettemin verplicht de rechten van de maker, bedoeld in artikel 25, te eerbiedigen en aan de maker of zijn rechtverkrijgenden een billijke vergoeding te betalen, welke bij gebreke van overeenstemming op vordering van de meest gerede partij door de rechter zal worden vastgesteld, die tevens het stellen van zekerheid kan bevelen. Het hiervoor bepaalde is niet van toepassing op het uitzenden van een in een radio- of televisieprogramma opgenomen werk door middel van een satelliet.
https://wetten.overheid.nl/BWBR0001886/2018-10-11#HoofdstukI_Paragraaf6_Artikel17a
Commentaar
Inhoudsopgave
1. Inleiding
2. Karakter en doel
2.1 Dwanglicentie
2.2 Beperkingensysteem Europese Richtlijnen
2.3 Algemeen belang
3. Reikwijdte
3.1 Uitzending en retransmissie
3.2 Mededeling aan het publiek
3.3 On demand beschikbaarstelling
3.4 Nederlands grondgebied
3.5 Vergoeding
4. Praktische betekenis
4.1 Nut en noodzaak: kabelovereenkomsten
4.2 Verdwijnen dwanglicentie
4.3 Toenemend b...